JOUW IDEALE SCHOOL IN 2032
THE ULTIMATE GUIDE
Algemene studiehandleiding 2021-2022,
Zie ook Blackboard Algemeen In het eerste kwartiel heb je bij de beroepstaak aangetoond wat jouw ontwikkeling is geweest in je studie én stage. Je hebt de rollen van de leraar benoemd en je hebt gepresenteerd waar je staat in je ontwikkeling ten opzichte van de ideale leerkracht. In het tweede kwartiel staat hierop volgend jouw ideale school in 2032 centraal. Aangezien de (basisschool) een afspiegeling is van de samenleving achten we het van belang dat je jezelf weet te plaatsen binnen deze samenleving en dat je van daaruit na gaat denken over de invloed van jouw opvattingen op het uitoefenen van het beroep van leraar. Hierbij zullen we gaan zoeken naar (verhalen van) personen die jou raken, die jou bezielen of in beweging zetten. Je zult ook ontdekken welke (persoonlijke) kernkwaliteiten bij dit zoekproces een rol spelen. Enkele karakteristieken van de huidige multiculturele samenleving die aan de orde zullen komen zijn: voortschrijdende individualisering en secularisering, impact van beeld- en informatiecultuur, gevoel en ervaring als normgevend, kleine verhalen die grote verhalen vervangen, relativisme en exclusivisme naast communicatie, polarisering en radicalisering, materialisme (consumptie) en een hang naar zingeving en spiritualiteit en globalisering/mondialisering. Deze karakteristieken worden belicht vanuit drie perspectieven: kunst en cultuur, levensbeschouwing en maatschappij (KO, LBV en MAA) Beroepsidentiteit heeft betrekking op het totale beroep. Daarom is reflectie op de beroepsidentiteit ook opgenomen in alle competenties (met bijbehorende kernen) die in onze opleiding aan de orde komen. Vandaar dat je in portfolio-opdrachten in aanraking komt met aspecten van beroepsidentiteit. Ook bij het opzetten van jouw bewijsportfolio en tijdens de voortgangsgesprekken zal de beroepsidentiteit aan de orde komen. Voor de fase ‘Opleidingsbekwaam’ is de volgende ontwikkelingslijn (in karakteristieken) vastgesteld:
De huidige samenleving kan, met enige reserve, worden gekenmerkt als een kosmopolitische/ postmoderne samenleving. Sinds 11 september 2001 zijn echter nieuwe accenten duidelijk merkbaar. Postmodernisme wordt in vele contexten gebruikt. Terugkerende elementen zijn een afkeer van zowel grote filosofische stelsels evenals verreikende claims aangaande dé waarheid of de mogelijkheid van objectieve kennis; een relativistisch standpunt ten aanzien van morele waarden en cultureel-maatschappelijke vraagstukken; een sceptische houding ten aanzien van het geloof in de vooruitgang van de wereld of cultuur. In het postmodernisme wordt subjectiviteit juist gewaardeerd, er wordt niet langer geprobeerd het ‘ware’ verhaal te achterhalen, verschillende perspectieven krijgen een plaats. Daarom kondigt de Franse filosoof Lyotard ‘het einde van de grote verhalen’ aan. Deze uitdrukking staat dan ook symbool voor de aandacht die binnen het postmodernisme wordt gevraagd voor minderheidsgroepen en hun geschiedenis, voor de verhalen die een ander perspectief hebben dan die van de hegemonie. De glorietijd van de grote metavertellingen, waarmee de blanke patriarch zijn heerschappij legitimeerde, is voorbij. Zodoende vormt het postmodernisme ook een breuk in het vooruitgangsdenken dat typerend was voor het metaverhaal van de Verlichting. LBV Identiteit is een veelzijdig begrip: tieners zijn op zoek naar hun ‘identiteit’, bij een bank moet iemand zich kunnen ‘identificeren’ en iemand die is overleden moet ‘geïdentificeerd’ worden. Bij het in juni 2005 gehouden referendum over een ‘ja’ of ‘nee’ voor een Europese grondwet was de angst voor het verlies aan identiteit één van de argumenten om ‘nee’ te stemmen. Ook bij de zogenaamde “Brexit” en het Oekraine vraagstuk speelt dit een rol. Actueel is de situatie in Catalonië, waar identiteit een duidelijke rol speelt in het eventuele afscheidings/ onafhankelijkheids vraagstuk. Misschien meer dichtbij; de zwartepieten discussie en de ME TO affaires die stevig impact op de samenleving hebben. Identiteit is dan ook een complex begrip, zeker tegen de achtergrond van een postmoderne samenleving waar zo weinig zeker is. In het onderwijs is identiteit al enige decennia een belangrijk begrip, zeker binnen de confessionele wereld. Je bevindt je in een levensfase waarin je bezig bent met het ontwerpen van een persoonlijke toekomst en het ontwikkelen van een eigen levensstijl. Het gaat hierbij steeds om een heroriëntatie, kiezen van waarden, afwegen van idealen en mogelijkheden. Je bent dan in wezen aan het reflecteren op wie/wat je bent (feitelijke identiteit) en wie/wat je zou willen zijn (wenselijke identiteit). Je bent met andere woorden meer of minder bewust bezig met het ontwerpen van je eigen levensbiografie, je eigen levensverhaal. In vakkenlijn 1 beginnen we met het schrijven van dit levensverhaal, dit tegen de achtergrond van de huidige postmoderne/ Kosmopolitische samenleving. We zien hoe het basisonderwijs inspeelt op ontwikkelingen binnen deze samenleving, en welke invloed deze ontwikkelingen op de denominatieve signatuur en vormgeving van basisscholen hebben (gehad). Tijdens deze vakkenlijn kom je onder meer in aanraking met het eigene (in haar veelkleurigheid) van de drie op de opleiding aangeboden denominatieve richtingen: katholiek, protestants-christelijk en openbaar/algemeen-bijzonder. Je zult ook ontdekken óf en in hoeverre denominatieve (levensbeschouwelijke) uitgangspunten verband hebben met oriëntaties/uitingsvormen op maatschappelijk gebied en op het gebied van kunst. Een vergelijking met het beschreven levensverhaal levert de benodigde bouwstenen om na vakkenlijn 2 tot een denominatieve keuze te kunnen komen. MAA In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen, die meestal in harmonie samenleven, maar soms denken en gedragen mensen zich heel verschillend. Die verschillen leiden soms tot botsingen. Polarisatie lijkt af en toe gemeengoed te worden. Wat moet er gebeuren als de sociale binding (cohesie) in gevaar komt. Wat is de rol van ons als individu, wat is de rol van de school, wat is de rol van de ‘gemeenschap’, wat is de rol van de politiek? Nederland heeft zijn naïviteit over zijn culturele identiteit verloren. Was 'multicultureel' vroeger een onproblematische term, vanaf de tweede helft van de jaren negentig krijgt deze een politiek lading. Mede door de gebeurtenissen uit 2001 en 2002 stijgt de temperatuur van het politieke debat en wordt politiek meer en meer gezien als een expressie van cultuur. Waarom is het begrip cultuur opeens zo belangrijk geworden? Is culturele identiteit iets waar je in objectieve zin over kunt beschikken? Wat zijn de politieke en maatschappelijke gevolgen van de roep om erkenning van cultuur? Wat betekent cultuur voor onze identiteit. We gaan er als vanzelfsprekend van uit dat ieder van ons een identiteit heeft, maar als ons op de man of vrouw af wordt gevraagd wie we dan wel zijn, weten we het opeens niet meer zo goed. We noemen onze naam, maar wat zegt die eigenlijk? We vertellen ons beroep, maar is dat wel zo relevant? We beginnen over onze afkomst, maar doet die er nog toe? Onze identiteit lijkt te bestaan, maar vervluchtigt in een wereld waarin iedereen op internet een “nickname” heeft, een job hopper is of een wereldburger. Wat betekent het bovenstaande voor de beroepsidentiteit van een docent in het basisonderwijs in het bijzonder. KO Kunst en cultuur kunnen niet los worden gezien van de maatschappelijke en levensbeschouwelijke context. In de zin van maatschappelijke en culturele verbeelding kan kunst in een bepaalde periode een meer volgende rol vervullen en in andere actief bijdragen aan historische veranderingen. Daarom is het belangrijk om ook naar kunst en cultuur te kijken in de huidige maatschappij. Net als persoonlijke identiteit is er ook zoiets als een maatschappelijke identiteit. Deze verschillende identiteiten verhouding zich tot elkaar. Hoe beweegt het individu zich in de huidige, complexe maatschappij? De laatste jaren is in de westerse wereld de media, in al zijn vormen, belangrijker geworden. Of dit nu over de tv, het internet of de sociale media als Twitter en Instagram gaat. Cruciaal aan de meest populaire vriendennetwerken is immers dat je op allerlei manieren je waardering kunt tonen. Zo kan men op facebook ‘liken’, of aangeven dat men die persoon heeft ‘getagged’ (’ik word gezien, dus ik ben’). Op fora en sites als Facebook en Instagram is het uitdelen van kudos populair – digitale complimenten. En hoe groter het aantal volgers van jouw profiel op verschillende media, des te groter is ook de bevestiging dat je ertoe doet. Dan heb je, als het ware, bestaansrecht (’ik word gevolgd, dus ik ben’). In onze huidige maatschappij zie je dat de media een steeds grotere rol zijn gaan spelen. Bij deze media zijn de beelden sterk meningsvormend. Je kunt dan ook duidelijk spreken van een (populaire) beeldcultuur. Deze beeldcultuur mixt de High- en de Low-culture. Deze nieuwe beeldcultuur is in zekere zin een katalysator voor culturele veranderingen. Bij kunst en cultuur gaan we in vakkenlijn 2 vooral kijken naar de wijze waarop we onze dromen, idealen in een schoolgebouw en een website kunnen gieten. Daarvoor gaan we bij KO in op de relatie tussen vorm en inhoud, waarbij architectuur een invalshoek is, vooral de term “eclecticisme” zal de inhoud bepalen. Er zal dieper ingegaan worden op post-moderne architectuur, met het Groninger museum als voorbeeld. We proberen de student daarbij tot een voorlopige plaatsbepaling te bewegen. Wat is voor jou belangrijk, wat inspireert je?, en wat is daarvan zichtbaar geworden? Hoe is jouw ontwerp van schoolgebouw en schoolwebsite geworden? Totaal aantal credits: 2 Verantwoording uren: 2 credits is 2x28 = 56 klok-uren per student. Het is een groepsopdracht met ongeveer 5 studenten 5 x 56 = 280 klokuren voor deze groepsopdracht. 1 bijeenkomst hoorcollege: 45 minuten 4 bijeenkomsten LBV: 4 uur à 4 X 45 minuten =180 min = 3 klokuren 4 bijeenkomsten MAA: 4 uur à 4 X 45 minuten = 180 min = 3 klokuren 4 bijeenkomsten KO: 4 uur à 4 X 45 minuten = 180 min = 3 klokuren 1 bijeenkomst denominatieve voorlichting: 45 minuten Toetsing: 60 minuten Totaal aan vaste bijeenkomst uren: 11,5 klokuren per student Zelfstudie: ongeveer 44 uren per persoon. Per groep is dat ongeveer 225 klokuren. |